Het UFO museum in Roswell, New Mexico

Een gemiste kans
29-06-2019

-

door verscheen in :
7 minuten
Leestijd:
Ergens rond vier juli 1947, tijdens een hevig onweer, stortte in de buurt van het stadje Roswell in de staat New Mexico een enorme ballon neer. ‘In de buurt’ moeten we op z’n Amerikaans interpreteren, want de feiten deden zich een flinke honderd kilometer ten noorden van Roswell voor, ergens in de woestijn in the middle of nowhere

De ballon maakte deel uit van een geheim militair project dat door de insiders ‘Project Mogul’ werd genoemd. Hij vloog op grote hoogte en was uitgerust met apparatuur om geluidsgolven te detecteren die het gevolg waren van nucleaire experimenten in de Sovjet-Unie. De ballon, kortom, moest aan de Verenigde Staten informatie bezorgen over wat de Sovjets zoals uitspookten op het vlak van militair onderzoek. Project Mogul liep van 1947 tot 1949. De ballon die crashte in New Mexico maakte vanzelfsprekend een bijzonder vreemde indruk op de ooggetuigen. Zoiets hadden ze nooit eerder gezien. Ene William Brazel, ploegbaas van een groep arbeiders werkzaam op de ranch waartoe de plaats van de crash behoorde, was de eerste die de brokstukken zag van de ballon. Over wat in de dagen daarna gebeurde, lopen de meningen uiteen. Maar het meest waarschijnlijke scenario is dat Brazel er de lokale sheriff bijhaalde, die evenmin kop noch staart kreeg aan wat zich daar in de woestijn bevond. De sheriff contacteerde weer anderen, wat al snel leidde tot het weghalen van al het materiaal, door mannen die er volgens ooggetuigen uitzagen als geheime agenten, zogenaamde ‘men in black’. Zeker is dat het hele gebeuren, begrijpelijkerwijs, een zeer geheimzinnige indruk maakte op meerdere getuigen. De overheid en militaire betrokkenen wilden niet dat project Mogul bekend werd en deden hun uiterste best om zo snel en efficiënt mogelijk alle sporen te wissen. Dat leidde onvermijdelijk tot allerlei complottheorieën en het vermoeden dat er een doofpotoperatie aan de gang was. Dat zich in Roswell een militaire basis bevindt, hielp ook al niet. Gaandeweg ontwikkelde zich het gerucht dat een buitenaards ruimtetuig was neergestort en dat de brokstukken naar de militaire basis waren gebracht. Aangezien het leger noch de overheid klaarheid schiep, kon het gerucht – zoals dat met geruchten gaat – zich ongehinderd verder ontwikkelen. Het ruimtetuig zou bemand zijn geweest, er zouden dode of levende buitenaardse wezens in zijn aangetroffen, die eveneens naar de militaire basis waren gebracht of naar de beruchte ‘hangar 84’. Daarna zouden ze zijn verplaatst naar Area 51 in Nevada, een luchtmachtbasis waar men – zoals algemeen bekend - geheim militair onderzoek doet. Meerdere variaties op deze versie van de “feiten” zijn reeds decennia in omloop.

Roswell bereikt een miljoenenpubliek

Het duurde evenwel tot 1980, meer dan dertig jaar na de crash, dat de hype rond het Roswell incident echt losbarstte. Charles Berlitz en William Moore publiceerden toen een boek getiteld The Roswell Incident. The Most Important UFO Encounter of Our Century. (in het Nederlands vertaald als ‘Het Roswell Incident. Het geheim van de verongelukte UFO’.). Het was het startschot van de UFO mythologie die tot op vandaag bestaat. Berlitz en Moore verdedigen de theorie dat de brokstukken die William Brazel vond wel degelijk onderdeel vormen van een buitenaards ruimtetuig; dat er zich “aliens” in bevonden en dat de overheid en het leger de hele situatie in de doofpot stopten. Ze suggereren bovendien dat we de belangrijkste technologische en wetenschappelijke doorbraken sedert de crash te danken hebben aan de kennis die onderzoekers opdeden tijdens hun onderzoek van de brokstukken. Een van de meest fundamentele vuistregels van het kritische denken, met name dat voor buitengewone beweringen buitengewone bewijzen nodig zijn, wordt in het boek totaal genegeerd. Niettemin overtuigden Berlitz en Moore een miljoenenpubliek van de realiteit van het verhaal over de gecrashte UFO met aliens in Roswell.

Wensdenken over UFO’s en aliens

Ik was dan ook zeer benieuwd toen ik in het voorjaar van 2019 het International UFO Museum and Research Center in Roswell bezocht1 . Het hele gebeuren biedt een enorme kans om aan de bezoekers de basisprincipes van kritisch denken, van skepticisme en van de wetenschappelijke methodes bij te brengen. Elke tiener kan worden geboeid door verhalen over UFO’s en buitenaardse wezens, wat op evidente wijze pedagogische mogelijkheden creëert. (Ik ben, tussen haakjes, geen voorstander van het negeren van pseudowetenschappen in het onderwijs. Integendeel, ze kunnen net worden aangegrepen om aan te leren hoe degelijk wetenschappelijk onderzoek werkt.) Maar helaas, wat ik enigszins vreesde, kwam uit: het ‘museum’ trekt voor honderd procent de kaart van de believers. Uit de hele opstelling spreekt een enorme naïviteit en een sterke wens om te geloven in UFO’s en aliens, zonder dat er ook maar het geringste geloofwaardig bewijsmateriaal voor bestaat.

Het hele museum maakt een aftandse indruk. Er zijn massa’s foto’s te zien, maar nagenoeg geen enkel ervan geeft ook maar enige relevante informatie. Veel foto’s tonen UFO’s, waarvan meerdere overduidelijk, zelfs voor een leek, fake zijn. Op tekstborden staan oeverloze citaten van ‘getuigen’ van de brokstukken en het weghalen ervan, en van mensen die met de dood zouden zijn bedreigd door militairen of overheidsagenten. Vrijwel nergens is iets te zien of te lezen dat een betrouwbaar inzicht biedt in hedendaagse wetenschappelijke opvattingen over de mogelijkheid op buitenaards leven. Evenmin leer je in het museum iets over de wijze waarop communicatie met extraterrestrials zou kunnen gebeuren, of hoe men de enorme afstanden in de ruimte kan overbruggen. In plaats van op een begeesterende manier aan wetenschapsvoorlichting te doen, brengt het museum absurditeiten naar voren, waaronder een groot paneel vol foto’s met ‘bewijzen’ dat aliens talloze mensen ontvoerden, ‘implantaten’ in hun lichaam aanbrachten en hen vervolgens terug op aarde deponeerden. Andere borden tonen graancirkels die ‘plots’ verschenen, op klaarlichte dag en met duizenden mensen in de buurt. Nergens in het museum vind je een verwijzing naar Project Mogul. Hier en daar maakt men de hypothese dat het om een weerballon zou gaan belachelijk, maar er is bij mijn weten niemand die dit de voorbije vijftig jaar als verklaring naar voren bracht. Eerder bezocht ik het Creation Museum, in Kentucky. Hoewel het hier, net zoals in Roswell, om een pseudomuseum gaat waarin men pseudowetenschap (het creationisme) propageert, gaat men in het Creation Museum tenminste veelvuldig in op de evolutietheorie, genetica, de paleontologie en andere wetenschappelijke theorieën (waarvan men geen woord accepteert). In het UFO museum in Roswell wordt de verklaring die wetenschappelijk aanvaardbaar is eenvoudigweg doodgezwegen. Het hele uitgangspunt is de opvatting dat er een buitenaards ruimtetuig is gecrasht, met aliens aan boord die, dood of levend, door geheime agenten of militairen zijn overgebracht naar geheime locaties. Het hele museum is één grote gemiste kans. In plaats van op een spannende manier boeiende wetenschap te bespreken en wetenschapsfilosofische principes uit te leggen, zoals het scheermes van Ockham, worden er opvattingen uiteengezet die van bedenkelijk tot ronduit absurd zijn.

Een les over zelfbedrog

Ondanks dit alles wil ik toch met een positieve noot eindigen. Het museum mag dan onzinnig zijn, maar het illustreert, net zoals het reeds vermelde Creation Museum, de kracht van zelfbedrog, zowel individueel als op groepsniveau. Het is misschien niet verwonderlijk dat de meest beroemde “crash” van een UFO in de woestijn in New Mexico wordt gesitueerd. Die woestijn is zeer groot en desolaat. Het is niet zo moeilijk om in te zien hoe mensen met een gezonde dosis verbeelding het aannemelijk vinden dat er een buitenaards ruimtetuig in gecrasht is. Net zoals Bigfoot in uitgestrekte bossen zou leven, de verschrikkelijke Yeti in de Himalaya en het monster van Loch Ness in een groot en diep meer.

Bovendien, en men wijst er ook op in het museum, is er een legerbasis in Roswell en deed men in Los Alamos – eveneens in New Mexico – kernproeven. Op een of andere wijze denken believers dat dit de aantrekkingskracht van de streek voor extraterrestrials zou verklaren. Dit alles, samen met de verdachte manier waarop de overheidsbeambten zich gedroegen en de psychologische neiging tot complotdenken, maakt een bizar verschijnsel zoals het UFO museum begrijpelijk.

In die zin, maar jammer genoeg enkel en alleen in die zin, is het ook leerzaam.

Authors
Johan Braeckman
Publicatiedatum
29-06-2019