Skeptische Put: de winnaars

skeptische put

De Skeptische Put wordt gegeven aan diegene die zich uitzonderlijk onkritisch heeft opgesteld en de popularisering van kennis en wetenschap totaal verkeerd heeft begrepen.

Lees meer over de prijzen van SKEPP.

Jan Allein

De Skeptische put van 2014 gaat naar Jan Allein en 'beperk de straling'. Ze verdienen deze twijfelachtige eer voor hun acties tegen de uitbreiding van Wifi en andere vormen van draadloze communicatie. Daarbij gebruiken ze onjuiste en misleidende informatie, spelen ze in op de angst van de bevolking en maken ze wetenschappelijk onderzoek verdacht.

Hoewel Jan Allein en zijn groep met goede bedoelingen handelen en niet van charlataneske praktijken kunnen worden beschuldigd, is hun optreden niet onschuldig. Hun alarmistische boodschappen maken veel mensen nodeloos ongerust, wat op zich niet goed is voor hun gezondheid, maar wat sommige ook kan aanzetten om nodeloos geld uit te geven of contact te zoeken met charlatans. De uitreiking van deze Skeptische Put dient als waarschuwing om op te houden met deze vorm van alarmisme.


Dames en heren, beste skeptici en gasten,

Geregeld ontvangen we bij SKEPP informatie over groepen die waarschuwen voor de gevolgen van “straling”. Een twintigtal jaar geleden werd er geageerd tegen de gevaren van hoogspanningslijnen. De argumenten daarvoor waren hoogst twijfelachtig en bovendien werden er soms remedies tegen aangeboden die ronduit charlatanesk waren.

Later kwamen er verhalen over de mogelijke gevaren van gsm-straling. Tot voor een vijftal jaar was er nogal wat verzet tegen het plaatsen van gsm-masten, meestal door buurtbewoners. Het nimby-verschijnsel (not in my backyard). Maar daarnaast doken ook meer algemene bezwaren op tegen wat “elektrosmog” wordt genoemd, de vervuiling van de atmosfeer door steeds meer hoogfrequente radiostralen. In 2010 verscheen van ene Patrick Vanden Berghe een boek “Stralingsgevaar”, waarin hij gsm-straling verantwoordelijk achtte voor kanker en nog veel meer andere ongemakken, en bovendien beweerde dat al die gevaren miskend werden door de overheid als gevolg van lobbywerk van de telecomsector. Een schandaal dus.

Het boek kwam eigenlijk al in aanmerking voor de Skeptische Put, maar omdat het relatief weinig ophef maakte, wilden we er geen extra aandacht aan geven. 

Hoe dan ook was er een zekere achterdocht tegen de snelle uitbreiding van mobiele communicatie, door de toegenomen technologische middelen. Af en toe werd geprobeerd dit af te remmen. Herinner u de stralingsnormen in het Brussels gewest tot een dik jaar geleden, waardoor 4G-communicatie er niet mogelijk was. De Brusselse norm was 200 keer strenger dan die van de Wereldgezondheidsorganisatie. Maar uiteindelijk moesten zelfs de groenen in de Brusselse regering toegeven dat dit fel overdreven was.

De jaren gaan intussen voorbij en er is niets fundamenteel veranderd aan de stand van het onderzoek. Dat valt trouwens ook niet te verwachten, als we ons op de natuurkunde baseren.

We kennen die gsm-straling zeer goed, het gaat om een vorm van elektromagnetische straling. Elektromagnetische straling is de normaalste zaak van de wereld, want ook licht is elektromagnetische straling, trillingen van elektrische en magnetische velden. De straling van gsm's is radiostraling, maar met een vrij lage frequentie. En dat is essentieel.

We weten namelijk dat, hoe hoger de frequentie van de straling, hoe energierijker ze is. Als die frequentie zeer hoog is, dan is de straling in staat de atomen te ioniseren en daardoor chemische reacties te veroorzaken. In onze menselijke weefsels kan dat bijvoorbeeld tot kanker lijden. Zulke energierijke straling kennen we als gammastraling (een vorm van radioactiviteit), röntgenstraling en ultravioletstraling (de straling die ons bruin maakt). 

Radiostraling bij gsm's heeft frequenties die meestal niet veel hoger  zijn – soms zelfs even hoog – dan die van radiogolven voor FM en televisie (700 MHz tot meer dan 1 GHz). Hoewel men van “ultrahoge radiofrequenties” spreekt, zijn die frequenties véél te laag om ioniserend te zijn – tienduizenden tot miljoenen keren lager.  Niet-ioniserende straling kan  wel energie overbrengen in de vorm van warmte,  maar alleen als de intensiteit voldoende hoog is. Het is daarom niet aan te raden om vlakbij zeer krachtige radiobronnen te komen – bijvoorbeeld vlak voor de schotelantenne van een radar – maar op voldoende afstand is er geen gevaar. Dat is ook het principe van de microgolfoven. De intensiteit van de straling neemt echter snel af met de afstand. Wie aan de voet van een gsm-antenne staat, hoeft niet bang te zijn voor de straling die in de top wordt uitgezonden.

De klokkenluiders van het gsm-gevaar leggen echter vooral de nadruk op het feit dat gsm-signalen gepulst worden uitgezonden. Door de digitale codering wordt het signaal tienduizenden keren per seconde onderbroken. Ze vergelijken dat met kogels uit een machinegeweer, alsof we voortdurend doorzeefd worden. Een lugubere maar nogal gratuite vergelijking, want die pulsen zijn geen “kogels”, geen deeltjes, en het is niet duidelijk waarom ze gevaarlijker zouden zijn dan een continue stroom, te meer daar de pulsen zo kortstondig zijn dat geen enkel levend wezen ze kan opmerken – ik zou althans niet weten hoe dat zou kunnen.  Een lamp die aan en uit knippert levert niet meer energie (zelfs minder) dan een lamp die continu brandt. Natuurlijk is pulserend licht wel hinderlijk voor wie in dat licht zit, tenminste als de pulsen traag genoeg zijn. Want zelfs een gewone TL-lamp “flitst” voortdurend, alleen zo snel dat men het niet kan zien.

Natuurlijk, dit is theorie. Als uit de realiteit zou blijken dat mensen ziek worden in de buurt van radiobronnen, dan moet de wetenschap daarmee rekening houden.

Er wordt op dat gebied relatief veel onderzoek gedaan – het is ook belangrijk, want het gaat om volksgezondheid – maar tot nu toe is er nog altijd niets opgeleverd. Het is natuurlijk niet voldoende dat iemand kanker krijgt of aan slapeloosheid lijdt en dan meent dat er een verband is met de gsm-antenne of de hotspot in de buurt. Alleen epidemiologische studies en tests op proefdieren kunnen dat aantonen. Welnu, er is geen duidelijke aanwijzing dat de straling gevaarlijk zou zijn.

Ik ga niet in op details, ik ben ook geen medicus, maar men moet zich realiseren dat gsm's al een dikke dertig jaar commercieel gebruikt worden en dat de medische gevolgen al die tijd al bestudeerd werden. Dat er na dertig jaar nog altijd geen duidelijk  schadelijke invloed is aangetoond, wil toch iets zeggen...

Desalniettemin steekt de ongerustheid af en toe weer de kop op. Er komen ook steeds meer vormen van transmissie door ultrahoge radiofrequenties bij. Denk aan bluetooth. Maar vooral wifi heeft een enorme opmars gemaakt bij het grote publiek. De laatste jaren komen er dan ook steeds meer waarschuwingen tegen de toenemende bestraling door wifi.

“Beperk de Straling” noemt zich een groep personen die de jongste tijd daartegen in Vlaanderen ageert. Zo protesteren ze tegen plannen van de NMBS, De Lijn en de MIVB om wifi in te voeren op trein, tram of bus.  Ze raden aan zo weinig mogelijk gsm's en wifi te gebruiken, om wifi-vrije ruimtes te creëren.

Begin dit jaar traden we een paar keer in contact met deze groep, via zijn woordvoerder Jan Allein. Eigenlijk had hij met ons contact met ons opgezocht, omdat hij een tegenstander van zijn opvattingen als pseudowetenschapper wilde bestempelen. Zijn argumenten waren echter van die aard dat we begonnen ons te interesseren voor de opvattingen van “Beperk de Straling”.  Mijn eerste kennismaking met hun website, rook al meteen naar onzin. Wat ik zag was de bewering:

“Smartphones moeten heel vaak opgeladen worden, bijna dagelijks. Hun energieverbruik is enorm: op een jaar tijd verbruiken ze meer dan een koelkast. (…) Een belangrijke reden is dat smartphones voortdurend verbinding maken met internet. Het e-mailprogramma gaat continu na of er nieuwe e-mails binnengekomen zijn, facebook checkt of er nieuwe berichten of ‘likes’ zijn en ook andere apps gaan op zoek naar updates.(…)  Het gevolg is niet alleen een significant energieverbruik, maar ook een continue en hoge blootstelling aan elektromagnetische straling, zelfs wanneer de smartphone niet actief wordt gebruikt en schijnbaar inactief in handtas of broekzak zit.”

Verbruikt een smartphone echt meer dan een koelkast? Natuurlijk niet. Een smartphone die elke dag één uur opgeladen wordt, verbruikt op een jaar zo’n 2 kWh, dat is 100 keer minder dan een niet al te energiegulzige koelkast
De auteur haalde zijn mosterd bij een artikel van De Standaard dat inderdaad luidde: “Smartphone verbruikt meer energie dan koelkast”. Het gaat dan echter niet om het verbruik van het apparaatje smartphone.  Dat apparaatje kan alleen werken “dankzij een hele communicatie-infrastructuur zoals wifi-hotspots of 3G-masten en dankzij enorme hallen vol computerservers die ons dag en nacht voorzien van draadloze data – en ook dag en nacht gekoeld moeten worden”
Blijkbaar vergelijkt “Beperk de Straling” appelen met citroenen. In elk geval heeft dat enorme energieverbruik niet veel te maken met de straling zelf.
Dit vrij duidelijke voorbeeld toont aan welke tactiek “Beperk de Straling” volgt. Ongeveer alles wat lijkt te passen in het verzet tegen straling, wordt erbij gesleurd.

Als je dan met de betrokkene discussieert, en dat hebben we per e-mail gedaan, worden we overspoeld met verwijzingen naar allerlei studies over de gevolgen van straling op organismen. Ze lijken serieus en wetenschappelijk, maar het is meestal niet duidelijk wat de relevantie is. Als er een studie aantoont dat platwormen zich minder snel voortplanten dan gemiddeld als ze voortdurend aan gepulseerde straling van 1 GHz worden blootgesteld (dit is een fictief voorbeeld), wat moeten we daaruit concluderen?

De website bevat ook berichten dat een Spaanse regio wifi in scholen gaat verbieden of een of andere stad in Californië wifi-vrije zones gaat creëren. Dat toont inderdaad aan dat er ook elders in de wereld angst heerst over wifi. Maar is die angst gefundeerd?

Overtuigend is die informatie niet. Geen rook zonder vuur, zegt men, maar tussen de vele, dikke  rookpluimen op de website van “Beperk de Straling” zoeken we nog altijd naar het licht van een vuurtje.

Zelf geven deze lieden ergens op de site aan dat er eigenlijk geen harde bewijzen zijn voor hun stelling, en daar hebben ze een verklaring voor. Het grootste deel van het onderzoek is gefinancierd door de telecomindustrie en die heeft er belang bij om alle gevaren te ontkennen of te verdoezelen/. Dat is geen nieuwe bewering, maar ze wordt wel bijzonder kras geformuleerd; Citaat

“Doordat er voor elk gevonden schadelijk effect (bijvoorbeeld effecten op het zenuwstelsel) telkens ook door de industrie gefinancierde studies zijn die géén schadelijke effecten vinden, wordt het tot stand komen van een wetenschappelijke consensus verhinderd. Onderzoeksresultaten kunnen niet consistent gerepliceerd worden.
 Het gevolg kennen we: "er zijn geen harde bewijzen" of "er is nood aan meer onderzoek". Dit is exact wat de industrie met haar strategie wil bereiken: zorgen voor verwarring en onzekerheid. De bedoeling is om de wetenschappelijke discussie over de schadelijke effecten zolang mogelijk te rekken, zodat mensen hun interesse in de kwestie verliezen en zodat er geen overheidsmaatregelen komen om de bevolking te beschermen.”
Dat is een regelrechte verdachtmaking, we kunnen zelfs bijna zeggen: een complottheorie. Men ziet trouwens meerdere verdachtmakingen op de website. Er is zelfs sprake van “misdaden tegen de menselijkheid”.

En dat terwijl het voorzorgsprincipe, dat “Beperk de Straling” zo graag verdedigt, stelt dat je iets niet mag toelaten voordat er wetenschappelijke consensus over de onschadelijkheid is. Het is precies die consensus die “Beperk de Straling” wil bestrijden. Maar het keert de redenering om, en zegt dat anderen de consensus rond de schadelijkheid saboteren!

Dames en heren,

Wat we hier hebben besproken; is een vorm van pseudowetenschap. “Beperk de Straling”, en zijn woordvoerder Jan Allein, zijn er bewuste gangmakers van. Om hun gelijk aan te tonen wordt elk mogelijk argument pro op een voetstuk gezet, elk argument contra zoveel mogelijk genegeerd of doodgezwegen en worden tegenstanders van hun opvattingen verdacht gemaakt. Erger: om te overtuigen, wordt ingespeeld op de angst, die hun voornaamste bondgenoot is. Die tactiek kunnen we alarmisme noemen. Ze is menselijk, al te menselijk want u kent de uitdrukking: angst is een slechte raadgever. Het is helaas een methode die meer en meer gebruikt wordt, zeker als men de media wil bereiken. Men speelt maar al te graag in op de ongerustheid van de bevolking. SKEPP wil dan ook een signaal geven tegen deze unfaire en ongezonde aanpak.

Het is onze taak dergelijke boodschappen te bekritiseren, maar we hebben wel begrip voor de boodschappers. Mensen als de heer Allein zijn hun acties begonnen uit bezorgdheid voor hun gezondheid, die van hun kinderen en hun medemensen.  Het zijn gelukkig geen bedriegers of charlatans. We veronderstellen dat ze dit alles met de beste bedoelingen doen. Maar ook hier geld het gezegde: de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens. Deze boodschappen misleiden mensen, maken hen nodeloos ongerust, maken hen misschien zelfs ziek (het nocebo-effect, weet u wel), zetten hen mogelijk aan zotte kosten te maken en drijven hen misschien in de armen van charlatans. En omdat ze een zekere bekendheid in de media hebben verworven, moeten wij daarvoor waarschuwen.

Daarom geven we vandaag, als signaal dat ze verkeerd bezig zijn, als een oproep om het geweer van schouder te veranderen en te kiezen voor een kritische, rationele aanpak van de zaak, de Skeptische Put aan Jan Allein en zijn werkgroep “Beperk de Straling”.

Tim Trachet

 

Op de foto Marleen Finoulst bij een lezing naar aanleiding van de Skeptische Put.

Datum
2014
Laureaat
Jan Allein