Organisatie-opstellingen

Wat zijn organisatie-opstellingen?

Bij organisatieopstellingen wordt beweerd dat men onzichtbare processen binnen een team of organisatie kan bloot leggen door een ruimtelijke voorstelling te maken van de organisatie of het ‘systeem’ waarin je je bevindt. Het zou een ‘dynamisch’ beeld geven van een bepaalde situatie of probleem binnen een organisatie. Op deze manier lijken de toepassers ervan overtuigd organisatievraagstukken (bvb. hoe kunnen we als team effectiever worden) en persoonlijke items (bvb. bij conflicten, motivatieproblemen en dergelijke meer) te kunnen oplossen.

 

Deze methodiek beroept zich onder meer op de ‘systeemopstellingen’ die door de Duitse therapeut Bert Hellinger werden ontwikkeld . Dit ‘systemisch’ denken poogt via ‘ruimtelijke opstellingen’ (van mensen!) toegang te krijgen tot een dieper niveau, het ‘Zijn’ achter het direct zichtbare, zoals ze zelf beweren. Door de opstellingen komt er informatie beschikbaar die niet door wetenschappelijke onderzoeksmethoden kunnen worden ontdekt en enkel door de deelnemer kan worden ‘ervaren’.

 

Het omschrijven van waar het in organisatieopstellingen om gaat, is moeilijk, mede door het taalgebruik. Zie het volgende citaatcitaat:

 

“Onze aandacht wordt niet zozeer getrokken door de feitelijke gegevens maar door de levende energetische dynamiek in het geviseerde systeem (…) In het voetspoor van Einstein spreekt Bohm van een impliciete orde die zich kan uitvouwen tot een expliciete orde. Het is als het ware een concretisering in de sociale werkelijkheid van de beroemde E=mc². Energie en potentie ontwikkelen zich ook in onze sociale systemen systematisch tot een materieel vaststelbare realiteit.”

 

Ietwat begrijpbaarder kun je stellen dat de persoon die een vraag of een probleem heeft, anderen (derden die niks met de situatie te maken hebben en die men ‘representanten’ noemt) op een intuïtieve manier spontaan in de ruimte plaatst. De opstelling in de ruimte (bvb. een zaal) van deze representanten creëert volgens de toepassers een ‘wetend veld’. De lichamen van de representanten functioneren volgens hen daarbij als ‘waarnemingsantennes’. Sommige websites melden expliciet dat de wetenschap dit (nog) niet kan verklaren, maar dat het wellicht kan verklaard worden door de ‘kwantumfysica’.

 

De begeleider van het proces vraagt vervolgens naar de ervaringen van de deelnemers en brengt aanpassing aan in het systeem dat wordt uitgebeeld. Mensen moeten zich dan op kortere of ruimere afstand plaatsen, zich draaien enz. Hierdoor zou het oplossingsvermogen van het systeem worden geactiveerd en begint het vermeende helingsproces als resultaat van de inzichten die verworven zijn.

 

Wat doen de aanbieders van deze workshops u geloven?

Eigenlijk wil men u impliciet meer laten geloven dan op het eerste zicht wel lijkt:

 

  • Dat de huidige wetenschap niet in staat zou zijn bepaalde fenomenen te ‘vatten’ (In totale tegenspraak met zichzelf verwijzen ze nochtans vaak naar de gedegen wetenschappelijke basis waarop organisatieopstellingen zouden berusten en tegelijkertijd toch zelf een kritisch-wetenschappelijke blik zouden hebben).
  • Dat er een ander soort werkelijkheid zou zijn; een ‘bezielde’ werkelijkheid die niet aan bod komt indien men zich focust op feiten, ‘facts’ en ‘figures’.
  • Dat er door de opstellingen een ‘wetend veld’ zou gecreëerd worden waarin informatie naar boven komt die we op een andere manier (normale) niet kunnen bekomen.
  • Dat de energie binnen de opstelling ons een antwoord zou geven op de vraag en ons laat voelen/ervaren wat goed is voor het individu en de organisatie (de richting van de probleemoplossende energiestromen).

 

Als resultaat mag u op verschillende vlakken volgens de aanbieders verwachten dat:

 

  • Een breed gamma aan (onbewuste en latente) problemen en oplossingen wordt blootgelegd.
  • Een oplossingsdynamiek wordt op gang gebracht die ook schijnbaar onoplosbare problemen kan aanpakken.
  • Mensen automatisch tot een nieuw diep inzicht zullen komen.
  • Een nieuwe visie wordt ontwikkeld tijdens de opstellingen.
  • Een motivatiedynamiek wordt opgestart (er wordt ‘geblokkeerde energie’ vrijgemaakt in het proces).
  • U ook een betere energetische balans en er een optimalisatie van energiestromen zal ondervinden, wat dit dan ook moge betekenen.

 

Waarom geloven mensen dat dit een goede aanpak is?

  • Er wordt gebruik gemaakt van vermeende autoriteitsargumenten uit de natuurkunde:
    • Albert Einstein
    • Niels Bohr (Deens theoretisch natuurkundige)
    • Kwantumfysica (een deelgebied van de moderne natuurkunde dat met kwantummechanica kan worden beschreven)
    • E= mc²
  •  Als er dan ook met de regelmaat van de klok verwijzingen zijn naar Prof. dr. – titels en universitaire instellingen is het plaatje compleet.
  • Vaak wordt aan mensen de ‘Heilige Graal’ voorgehouden: “Wat zou er gebeuren als je een manier zou ontdekken om écht het doel te bereiken dat je wil?” (Bron: Tony Robbins, een megaster en zelf-hulp goeroe uit de jaren ’80). Dit ‘troostende credo’ zoals psycholoog Michael Shermer het noemt, zorgt ervoor dat mensen de wereld niet zien zoals hij is, maar zoals ze zouden willen dat hij is (hetgeen bekend staat als de moralistische drogreden). Stel je voor dat je inderdaad de onzichtbare energiestromen binnen je bedrijf kunt laten vrijkomen? Wat indien je inderdaad door een intuïtief en gevoelsmatig proces een balans kunt vinden in je leven? Wat indien je een eng, droog en mechanicistische wetenschappelijke manier van denken kunt vervangen door iets warm en ontastbaars dat op nog onbekende wijze het ‘onzichtbare’ kan vatten?
  • Michael Shermer haalt in zijn boek ‘Why people believe weird things’ zeer terecht aan dat mensen over heel de wereld en uit alle tijden zeer gevoelig zijn voor ‘magisch denken’ en organisatieopstellingen vormen hier geen uitzondering.
  • Er wordt door uitvoerders klemtoon gelegd op het belang van zingeving, ethiek, de ‘mens’ als ‘mens’ zien, intuïtie, vrede, geluk, liefde, het bestaan van een andere realiteit én soms zelf het ‘het immanente van het goddelijke mysterie’.
  • Ook het taalgebruik geeft de indruk van een hoog intellectueel niveau te zijn; het is moeilijk verstaanbaar en dus zal er wel iets zeer intelligent en diepzinnig bedoeld worden. Mensen twijfelen daardoor vaak aan hun eigen intellectuele vermogens omdat ze de teksten al moeilijk (begrijpbaar) ervaren. Terwijl het juist een kenmerk is van pseudowetenschap dat het taalgebruik vaag, complex en zonder duidelijke definities is.
  • Eenmaal toegepast in het bedrijf speelt het placebo-effect. Alleen maar door met mensen bezig te zijn en er echt aandacht aan te besteden, sorteer je al een effect. Zo zie je per definitie al een aantal positieve uitkomsten. Dit resulteert dan op zijn beurt weer in een confirmation bias, onze diepmenselijke neiging om vooral datgene op te merken wat onze eerdere overtuigingen bevestigt. Om het plaatje compleet te maken speelt vervolgens het consistentieprincipe: de neiging om consistent te zijn met onze eerdere keuzes; vooral als we er geld voor betaald hebben, wordt de neiging om onze keuzes te verdedigen bijzonder hardnekkig. Wanneer mensen in iets geloven, en in het bijzonder wanneer ze er geld voor hebben betaald, willen ze absoluut niet meer af van hun overtuiging. Onderzoek laat bovendien zien dat hoe ‘slimmer’ men is, hoe meer men zijn buitenissige ideeën met verve kan ‘rationaliseren’.
  • Het zijn meestal mensen die al vatbaar zijn voor pseudowetenschap en het ‘esoterische’ of magische die naar zulke workshops gaan.

 

Wat zijn de feiten en de kritiek?

  • Er is geen enkel wetenschappelijk bewijs en een aantal organisaties of promotoren geven dit ook toe.
  • Met kwantumfysica heeft zoiets helemaal niets te maken. Theoretisch fysicus Robbert Dijkgraaf stelde hierover: “Mensen hebben een onweerstaanbare drang om in de kwantumfysica de oplossing van onverklaarbare problemen te zoeken. Maar alle eigenschappen van kwantumsystmen verdwijnen helaas enorm snel als je meer dan een paar deeltjes bij elkaar stopt.” …/… “In een warm, ingewikkeld systeem als het menselijk brein of de wereld daaromheen is het onmogelijk om iets van de kwantumwereld te behouden. Je kunt op de achterkant van een envelop uitrekenen dat dit mathematisch uitgesloten is.” (bron: Dick Swaab, Wij zijn ons brein, blz. 367 – kwantumfysica vindt plaats aan een temperatuur van “één miljardste graad boven het absolute nulpunt”)
  • Zulke zaken zijn zo onderhevig aan de valkuilen in ons denken – met als stip de confirmatieneiging en het placebo-effect – dat ‘eigen ervaringen’ heel onbetrouwbaar zijn. Het placebo-effect wordt nog versterkt wanneer mensen stevige hoop hebben of willen geloven (zie maar hoe mensen worden opgelicht door ‘mediums’ die beweren met de overleden nabestaanden te kunnen communiceren).
  • Kritisch denken moet je leren, maar wie dit onder de knie heeft gaat uit van de premisse: ‘onwaarschijnlijke beweringen vergen bijzonder sterk bewijs”. Dit wordt helemaal niet geleverd.

 

Tom Speelman

25-05-2012